Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [15]De liefde is [16]lankmoedig, zij is [17]goedertieren; de liefde is niet afgunstig; de liefde handelt niet [18]lichtvaardiglijk, zij is niet [19]opgeblazen; 15. Dat is, een mens, die de rechte liefde heeft. 16. Dat is, verdraagt door de genade des Heiligen Geestes de smaadheden en ongelijken haar aangedaan, en bedwingt den toorn en de wraakgierigheid. 17. Dat is, genegen en bereid om een iegelijk, ook de vijanden, goed te doen. 18. Of, verkeerdelijk, voorbaarlijk, dartelijk; namelijk met woorden of met werken. 19. Dat is, hovaardig, eergierig, veel van zichzelven houdende en anderen verachtende.